dinsdag 15 september 2009

Een bittere pil


In de Griekse zomer, en die duurt gewoonlijk van half juni tot half september, is het veel te heet om tussen pakweg 9 uur en 18 uur buiten zware arbeid te verrichten. Eigenlijk onzin, dat ‘zware’; élke lichamelijke arbeid is te zwaar in de Griekse zomerzon. Vandaar dat ik dan ook vanmorgen héél vroeg me er toe aanzette om de amandelboom naast mijn raam eens stevig bij te werken. Dit was vorige week al uit de losse hand gedaan door de DEH, het Griekse elektriciteitsbedrijf, (zie ook blog 1), maar al die afgerukte takken voor je raam, met de amandelen er nog aan, is een storende factor bij het nadenken over de zin van het leven.

De amandelen moeten namelijk geoogst worden, de takken opgeruimd en de boom gesnoeid. De takken verbranden mag pas in oktober, wegens het zomerse brandgevaar. Jawel, dat klinkt simpel, maar ik ben vanmorgen niet verder gekomen dan een deel van de boom te snoeien en een paar amandelen te rapen en van de schil te ontdoen. Ik droog ze en sla ze op voor consumptie door mijn wandelaars (tijdens mijn excursie Lesvos Specialities, ofwel ‘Slenteren met Jan’; zie alle andere bloggen). Ik moet er ook nog bij vermelden dat het hier een Prunus amygdalus ssp. amara (Mill.)Webb*. betreft: de bittere amandelboom, die bittere amandelen geeft.

Zoals ik in mijn vorige blog (‘vijgen in de pap’) al opmerkte: een dozijn of meer bittere amandelen naar binnen werken is dodelijk. Terwijl één of twee (verse, niet verhitte) bittere amandelen per dag eventueel zouden kunnen voorkomen dat je kanker krijgt. Daar worden ze in ieder geval wel voor gebruikt. Of om er koek & sopie, marsepein & likeur van te maken. Of om te testen hoe gevoelig mijn wandelaars zijn voor amygdaline, het blauwzuurgas dat in bittere amandelen rijkelijk voorhanden is. Als ze hun tong en gehemelte voelen tintelen, dan zijn ze gevoelig voor amandelen, maar nog niet allergisch. Als ze helemaal niets voelen, hebben ze de amandel stiekem uitgespuwd. Als ze wél allergisch zijn, dan hebben ze altijd een injectiespuit bij zich. Tja, het leven van een Lesvosse Jim Jones gaat niet over rozen. Maar ik dwaal af.

De meeste geneeskrachtige eigenschappen van (zeker bittere) amandelen komen voort uit de aanwezigheid van amygdaline (dat is dan meteen ook het Griekse woord voor de amandel, ‘Amygdaliá’) én prunasine, die in water (en speeksel dus) worden afgebroken en dan cyaanwaterstofzuur ofwel blauwzuur vormen. In kleine hoeveelheden gegeten, stimuleert dit uitermate giftige bestanddeel de ademhaling, is goed voor de spijsvertering en geeft een gevoel van ‘welbehagen’. Dan ben ik op mijn wandeling dus toch goed bezig.

Ook zit in de amandel benzaldehyde en dit geeft de typische amandelgeur, bekend uit de detectiveboeken van Agatha Christie. Grappig is dat ik uitgetest heb dat het één minuut duurt voordat dit blauwzuur werkt. Dat is natuurlijk die ene minuut die een moordenaar nodig heeft om weg te komen van zijn slachtoffer en het ‘plaats delict’.

Er is ook een zoete amandelboom, Prunus amagdalus ssp.dulcis (Mill.)Webb*, maar na 6 jaar bittere amandelen eten hoef je deze ‘snoepjes’ niet meer. Dan ben je namelijk volledig verslaafd aan deze bittere pil.

Dan nog een recept voor mijn aan amandelen verslaafde wandelaars: tomatenflappen met amandelolie a la Yannakis (variatie op tomatokeftedes van Georgina van restaurant Perikles).

3 koppen tomaten, in stukjes (zongedroogde tomaten mag ook, wel eerst weken!)
1 kop bloem
1 ei
1 eetlepel gehakte peterselie, munt en basilicum
1/2 gesnipperde grote ui, anders 1 middelgrote ui.
peper, zout.
Olijfolie om te ‘koken’.
10cc amandelolie.

Tomaten fijnhakken en in grote schaal doen. Kruiden eroverheen strooien, ei & ui erbij, bloem erdoorheen, wat zout & peper erdoor en roeren maar, tot een stevig beslag. Grote opscheplepel vullen met dit mengsel en in de warme olijfolie laten glijden. De olijfolie mag dus niet van het alom bekende merk ‘bad’olie zijn. En ook niet te heet laten worden. In olijfolie kook je, je mag er niet in frituren. Een paar minuten aan elke kant koken tot ze eruitzien als donker brood, eruit halen, uit laten lekken op keukenpapier of in vergiet en opdienen.

Met de amandelolie kun je je lichaam insmeren voordat je deze tomatenflappen gaat eten (goed voor de huid en het helpt tegen spataderen heb ik gelezen), daarna doe je een drupje of wat op de flappen op je bord, want amandelolie is tevens een uitstekend laxeermiddel…

*Mill. = Philip Miller (1691-1771), was een belangrijke Britse plantkundige. Hij publiceerde een aantal botanische overzichtswerken in de tijd vlak vóór en vlak ná Linnaeus. Daardoor is hij de eerst bekende auteur van een groot aantal botanische namen.

*Webb = Philip Barker Webb (1793-1854), ook een Engelse botanicus en reiziger. Hij reisde tussen 1817 en 1818 door Italië, Griekenland en Çanakkale, dat is de streek tegenover Lesvos in Turkije. Op deze reis zal hij ongetwijfeld een amandelboom tegen zijn gekomen en hem Prunus dulcis gedoopt hebben. Daarna reisde hij door Portugal, Spanje en de Canarische eilanden, maar ook door Marokko en Brazilië. En in al deze landen verzamelde hij geologische en botanische specimen. Hij schreef vele boeken hierover en was de co-auteur van het beroemde en grootse ‘Histoire Naturelle des Iles Canaries’ (1836-50), een van de belangrijkste natuurhistorische werken over de Canarische eilanden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten