maandag 5 oktober 2009

Zon, Zeekraal & Zeewier: een bericht uit het Amsterdamse oerwoud.



De wereld is nu écht aan het veranderen. Meestal merk je dat niet zo, maar toen we vorige week in Nederland aankwamen, was dat het eerste wat we zagen: Turkse vrouwen die chorta en walnoten aan het verzamelen waren. Ze klommen zelfs ín de bomen om de walnoten eruit te meppen. Compleet met hoofddoek en lange jurk e.a.. We waren verbijsterd. Kom je van Lesvos waar chorta, of op zijn Grieks ‘xorta’, verzamelen al sinds de oudheid geen hobby maar bittere noodzaak is, moet je er toch even aan wennen dat dit tegenwoordig misschien ook wel voor Nederland geldt. Natuurlijk niet voor bankdirecteuren en managers, maar zeker wel voor een deel van de allochtone bevolking. En met de chorta-verzamelaarsters krijg je er in Nederland natuurlijk ook gratis zon bij. “Zon bij meneel?” Een week in Nederland, eind september, met alleen maar zon… Toen ik nog in Amsterdam woonde kreeg je dat niet.

Chorta is het verzamelwoord voor wilde groenten en kruiden die je uit de natuur haalt. Chortamaffia is het verzamelwoord bij ons voor de (meestal) oudere vrouwen die bijna het hele jaar, met uitzondering van juli en augustus, druk in de weer zijn met de nodige plastic tassen om daar wilde groenten, kruiden en fruit in te verzamelen. Vroeger deed je dat met een mandje. Het liefst zelf gevlochten van de Kuisheidsstruik ofwel Monnikspeper (Vitex agnus-castus L.). En dat verzamelen doen ze soms ook in jouw tuin. Want dat is zo’n beetje de onbeschreven afspraak hier op Lesvos: voor chorta mogen ze elke tuin binnensluipen. Dan moeten ze natuurlijk wél je kool, je uien en knoflook laten staan! Soms vergissen ze zich. Per ongeluk natuurlijk. Vandaar chortamaffia. De vraag is natuurlijk wélke planten en kruiden. Lesvos is gezegend met zo’n 1400-1500 plantensoorten, dus het zou kunnen zijn dat ze door de bomen het bos niet meer zien. Maar dat zien ze wel. Deze kennis is van moeder op dochter overgeleverd, als de dochter tenminste niet allang naar Athene of Thessaloniki is vertrokken om daar te studeren. En waarschijnlijk kun je chorta daar gewoon in de winkel kopen, want een Griek zonder chorta is als een Hollander zonder haring. Zoutloos.

In het boek ‘Ta Xorta’ van Myrsini Lambraki, een Kretenzisch wereldwonder op het gebied van chorta, kruiden, fruit, honing en koken, beschrijft zij zo’n 60 chorta’s waar je de heerlijkste gerechten mee kunt maken, of die je er zeker mee op smaak kunt maken. Helaas is ‘Ta Chorta’ of ‘Ta Xorta’ alleen in het Grieks verkrijgbaar. In mijn bibliotheek (nou ja) staat nog een handvol Griekse chorta- en kookboeken. In al deze boeken heb ik vergeefs gezocht naar zeekraal. Of naar zeewier.

Terwijl dat toch in ongelooflijke hoeveelheden én gratis op Lesvos voorhanden is. Geen enkel recept, geen enkele vermelding. Bestaat hier gewoon niet. En dat terwijl er op het eiland toch genoeg hongersnoden zijn voorgekomen; de laatste was ergens in de jaren zestig. Maar zeekraal of zeewier (of kappertjes by the way) eten, ho maar. Terwijl ik in Amsterdam bij de vistraiteur (ja, visboer kan natuurlijk niet meer, boer, bah, nee hoor, alleen als je een vrouw zoekt! En eigenlijk ook geen vistraiteur maar zeebankettraiteur. Het wordt de hoogste tijd voor het avondvullende tv-programma: Visboer vindt Vrouw.) bakken vol zag met zeekraal en bijna lichtgevend groene zeewier. Toen ik daar ongelovig naar staarde, (kleurstoffen?) kreeg ik een kartonnetje (ja, die van de haring) met zeewier om te proeven. Heerlijk: zacht & toch knapperig, een beetje als taugé, zoet & ziltig, pittig met een hete nasmaak. Of de zeetraiteur er soms sambal bij had gedaan, vroeg ik naïef. “Sambal bij?” zei hij verbaasd, “dat vraag je maar bij de noedeltraiteur. Nee, alleen een beetje olie en sesamzaadjes, snufje suiker”. Nou, ik zou het wel weten als ik in Nederland woonde: wilde groenten en kruiden van de chortamaffia en elke dag haring, zeekraal en zeewier van de zeebankettraiteur. Jeetje, wat zou ik gezond worden…

Zeekraal (Salicornia europaea L.) is een sappige, onbehaarde en vlezige kustplant (tot 40cm hoog) met erg onopvallend bloemetjes achter de kleine bladschubben. Deze bloemen worden door de wind bestoven. De plant heeft geen bladeren, alleen kraalvormige verdikte, gelede stengels en zijstengels, vaak rood aangelopen. De rode plant is ouder. De zeer kleine groene bloemetjes verschijnen in de herfst. Zeekraal is een halofyt: een zoutplant; (Latijnse sal=zout) die alleen in zilte grond kan groeien.
De gehele plant werd vroeger verbrand om de as (ruwe soda) te gebruiken bij de productie van glas (vandaar het oude Engelse woord voor Zeekraal ‘Glasswort’, Glaswortel. Zeekraal werd vroeger ook gebruikt bij het glassnijden en de fabricage van zeep. De as van Zeekraal bevat tot 75% keukenzout, 10% kalium plus jodium en broom.

De sappige, zilte, mineraalrijke stengels kunnen gegeten worden als ze groen en rijp zijn, bijvoorbeeld in salades. Ze kunnen worden ingelegd in azijn maar ook als asperges worden gegeten; gekookt en warm met boter óf koud met azijn. Ooit werden de zaden tot meel gemalen om er zoute broodjes of zoute broodstengels van te bakken.
Zeekraal kan op Lesvos én in mei (groen) én in september/oktober (rood) geplukt worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten